Het subject kiest een grotere angst of trauma-achtige ervaring.
De programmeur legt een kinesthetisch veiligheidsanker. Doe dit door het subject te laten associëren met een situatie waar het subject zich veilig voelde.
De programmeur vraagt het subject terug te gaan naar de vroegste ervaring en een plaatje te maken voordat de ervaring begon. Dit plaatje is gekaderd, stilstaand en gedissocieerd.
De programmeur legt een dubbele dissociatie aan en ankert deze ook kinesthetisch. Doe dit met de volgende woorden: Kijk vanuit de projectiekamer naar jezelf in de bioscoopstoel, kijkend naar jezelf op het scherm.
De programmeur laat het subject de film in zwart – wit afspelen tot een neutraal punt na de ervaring. Laat het subject elke keer iets nieuws opvallen wat van te voren nog niet opgevallen was.
Laat het subject associëren in de film en spoel de film in kleur in 2 seconden geheel terug. Doe stap 5 en 6 drie tot vijf keer en laat elke keer iets nieuws opvallen.
Laat het subject de jongere ik uit het beeld knippen. Als dit lukt, dan laat de programmeur het anker van de dubbele dissociatie los.
Laat het subject de jongere ik uitnodiging om op zijn/haar schoot te zitten.
De programmeur geeft het subject de volgende opdrachten om tegen de jongere ik te zeggen: - De angst van toen was pure zelfbescherming. - Het subject weet nu meer dan de jongere ik toen wist en de jongere ik heeft gedaan wat het toen kon doen. - Vraag of de jongere ik wil accepteren dat het subject vanaf nu verantwoordelijk hiervoor neemt. Als de jongere ik hiertoe bereidt is, laat dan het veiligheidsanker los.
De programmeur nodigt het subject uit om de jongere ik op te nemen in zijn/ haar hart en brengt de handen naar het hart.